JJ
Paard
Lviv 10-01-23
Elke keer nijpt zijn buik zich samen, sluiten zijn ogen zich en knikt zijn hoofd naar voren. Alsof iets in zijn lichaam de bom begroet. De rest van zijn klas lijkt het niet eens meer te horen. Behalve Masja, zij groet ze niet, maar tekent ze. De hele dag legt zij de inslagen vast met haar krijtjes. Sinds drie weken, toen de directeur, net na het buitenspelen, kwam vertellen over Masja’s ouders, mag zij van de juf ook tekenen onder taal en rekenen.
Zijn middenrif knijpt weer samen, zijn ogen sluiten op hetzelfde moment en ditmaal raakt zijn hoofd de tafel. Zijn ogen blijven gesloten, geschreeuw en geuren. Als hij zijn ogen opendoet is de klas leeg en zijn hoofd vol met niets. Alleen het geluid van een krijtje dat driftig heen en weer gaat als de ruitenwissers van zijn vaders bus en het slome gezang van het luchtalarm. Verder is het stil.
Hij glimlacht. Wat een grappig gezicht, denkt hij als hij de glazen monstertanden van het raam naast zijn tafeltje ziet. De mist lost op en meer en meer rijen tegels van het schoolplein komen naar voren. Ook het driehoekige touwklimrek wordt langzaam zichtbaar. Opeens, aan beide kanten van het rek, komt er een kind tevoorschijn. Hij herkent ze uit de andere groep vier. Bela wijst naar boven en roept. Tegelijk wijst Pjotr naar de grond waar het hoofd van het hobbelpaard ligt naast de veer met een stuk rug. De tegels lijken verderop te golven vanuit een kuil, waarin hij iets ziet liggen. Hij staat op, wat is dat? Hij kijkt, maar kan er geen passend woord voor bedenken.
Fragment 1|5